Vier dimensies
Het zal duidelijk zijn, dat de antroposofie een ander mensbeeld hanteert dan gebruikelijk is in de natuurwetenschappen. De antroposoof beschouwt de mens als opgebouwd uit vier dimensies. De analogieën van deze dimensies vindt men in de rijken van de mineralen, de planten, de dieren en de mens. De eerste dimensie van de mens is het fysiek lichaam. Het is opgebouwd uit materie en komt in eigenschappen overeen met de minerale wereld. De materie voldoet aan de wetten van fysica en chemie en is ook als zodanig te onderzoeken. Als er vorm bestaat, dan is deze te verklaren uit zijn chemische en fysische eigenschappen.
De tweede dimensie wordt het etherlichaam genoemd. Het etherlichaam doordringt hetfysiek lichaam en geeft vorm en leven aan de materie. Door de aanwezigheid van dit tweede lichaam wordt de materie uitgetild boven de strikte wetten van fysica en chemie. De materie heeft vorm gekregen en leeft. Als zodanig is ze vergelijkbaar met een plant (biologisch). De vorm en het leven kunnen niet langer verklaard worden uit de samenstellende materie. Er ontstaan nieuwe wetmatigheden. Zo groeit een plant naar boven (tegen de zwaartekracht in) en toont een krokus zijn schoonheid in het voorjaar, terwijl asters in de herfst bloeien. Het fysiek en het etherlichaam vormen samen een ‘slapend’ biologisch organisme.
Gevoelens, wil en bewustzijn worden aan het biologische organisme toegevoegd door het astraallichaam. Het astraallichaam doordringt en verandert het ether- en het fysiek lichaam. Het bewerkstelligt de vorming van de zintuigen, de organen en het spierstelsel. Terwijl de plant door haar wortels gebonden is aan de aarde, bezielt het astraallichaam het biologische organisme en maakt het los van de aardkloot, het is als zodanig analoog met het dier. In het astraallichaam leven het denken, de gevoelens, de wil en het bewustzijn.Het kan aangeduid worden als het psychologische facet van de mens. Anderenspreken over de ziel.
Ten slotte vinden we bij de mens als vierde dimensie de uitingen van het zelfbewustzijn, het wezen van de mens. Het is de dimensie die de mens tot individu maakt. Het maakt dat de mens begrip kan krijgen voor de wetmatigheden achter de dingen, dat hij over zichzelf kan denken, zich kan veranderen en plannen kan maken. Het zorgt ervoor dat ieder individu zijn eigen, unieke levensloop bepaalt, zijn biografie voltooit. Het ‘ik’ omvat alles wat de mens als biologisch en psychologisch (ziels)wezen beleeft. Lichaam en ziel zijn drager van het ‘ik’, ze vormen als het ware het omhulsel waarin het ‘ik’ leeft. Het ‘ik’ is het hoogste wezensdeel.