(Bron: Geneeswijzen in Nederland,
Paul van Dijk, arts)
Preventie van ziekten en het handhaven van een goede gezondheid nemen een belangrijke plaats in bij de ayurveda. Daartoe is een groot aantal leefregels, bewegingsoefeningen en voedingsregels ontwikkeld. Het algemene principe bij de behandeling is dat wanneer een dosha of dhatu overmatig functioneert een therapie moet worden gekozen die de tegenovergestelde kwaliteit heeft. Is een dosha of dhatu verzwakt, dan moet deze versterkt worden met een stimulerende behandeling. De taak van de medicus is, het in evenwicht brengen van de tridosha waarmee ook een harmonie in de dhatu’s ontstaat.
De inbreng van de patiënt is in de ayurvedische behandeling van grote betekenis. De patiënt kan niet lijdzaam de therapie ondergaan. Hij dient een actieve, participerende rol in te nemen in de therapeutische relatie. De belangrijkste maatregelen van preventie en behandeling worden hierna besproken:
Leefregels. Velerlei leefregels worden gegeven, veelal afgestemd op de individuele patiënt. Een aantal vaak gegeven adviezen is: vroeg opstaan en vroeg naar bed gaan. Op vaste tijden de maaltijden gebruiken, de warme maaltijd bij voorkeur ’s middags en beter geen zware maaltijd in de avond. Verspreid over de dag een beetje heet water drinken. Dit verbetert de afvoer van afvalstoffen (warmwaterkuur). Verder zijn er onder andere adviezen over de stoelgang, wassen, tandenpoetsen, tongschrapen, gorgelen, oor- en neushygiëne en seks.
Voedingstherapie. Voeding neemt een centrale plaats in bij de ayurveda-geneeskunde. De kwaliteit van elk voedingsproduct is tot in detail beschreven. Dit is van belang omdat men met bepaald voedsel een bepaalde dosha kan versterken of afremmen. Het voedingsadvies zal dan ook altijd worden afgestemd op het doshapatroon van de patiënt. Het voedsel bestaat uit de vijf elementen. Deze elementen zijn verantwoordelijk voor de smaak (rasa) van het voedsel. Men onderscheidt zes smaken: zoet, zuur, scherp, bitter, zout en wrang. Vervolgens is er een samenhang tussen smaak en dosha. Wrang, bitter en scherp versterken vata, de andere drie kalmeren vata. Bitter, zuur en zout versterken pitta, de andere kalmeren pitta. Zoet, zuur en zout versterken kapha, bitter, scherp en wrang kalmeren kapha.
Enkele algemene regels betreffende voeding zijn: gebruik de maaltijden met een interval van ten minste drie uur, prikkel alle zintuigen (smaak, ogen, reuk), eet vers voedsel, drink geen melk tijdens de maaltijd, eet ’s avonds geen zuivelproducten, eet overeenkomstig het seizoen en gebruik de warme maaltijd ’s middags om twaalf uur.
Bewegingsoefeningen. Er bestaan op yoga gelijkende lichaamshoudingen en oefeningen die tot doel hebben de samenwerking tussen lichaam en geest te verbeteren. Er zijn algemene oefeningen ter preventie en specifieke oefeningen bij bepaalde dosha-dominanties.
Massage. Er zijn meer dan 150 recepten voor massage-oliën bekend. De massage-oliën die met verscheidene kruiden zijn bereid, hebben een verzachtend effect op het lichaam. Ze bevorderen de afvoer van afvalstoffen.
Marmatherapie.
Bij deze behandelingsvorm worden de vitale punten die men in de ayurveda- anatomie aanduidt met marma, gemasseerd. Deze massage vindt eveneens plaats met gekruide massage-oliën.
Zweetbaden. Voorafgaand aan de vijf reinigingstherapieën is het van belang zweetbaden (svedana) in de vorm van warme compressen en olie, vet en boter (shehana) zowel in als uitwendig toe te passen. Hierdoor kunnen de dosha’s beter worden afgevoerd.
Reinigingstherapie. Men gaat ervan uit dat het lichaam eerst moet zijn gereinigd voordat geneesmiddelen kunnen worden gebruikt. Het geneesmiddel kan dan beter inwerken op het lichaam. Reinigende behandelingen kunnen alleen worden toegepast wanneer de weerstand van de patiënt groot genoeg is. Bij een te zwakke patiënt kan deze therapie de patiënt zieker maken. Ayurveda kent vijf reinigingskuren (panchakarmatherapie). Elk van de therapieën is gerelateerd aan een bepaalde dosha.
1. Vamana (braakmiddel) doet overgeven en wordt geadviseerd wanneer kapha overheerst.
2. Virechana (purgeermiddel) geeft diarree en wordt geadviseerd bij een overheersende pitta.
3. Vasti (lavementen) waarbij de dosha’s via de ingewanden het lichaam verlaten. Het wordt geadviseerd bij een overprikkeling van vata.
4. Nasya wordt via de neus toegediend en wordt vooral gebruikt bij aandoeningen van het hoofd.
5. Rakta mokshana (aderlaten) wordt vooral toegepast bij bloedziekte en pitta-dosha’s.
Aromatherapie.
Hierbij gebruikt men een vluchtige olie waarvan enkele druppels in een bakje water boven een vlammetje worden verwarmd. Hierdoor ontstaat een bepaalde geur (zie ook hoofdstuk Kruidengeneeskunde). Er zijn verschillende aromatische oliën voor de verschillende dosha’s.
Muziektherapie.
Melodieën en ritmen hebben een harmoniserende invloed op geest, lichaam en omgeving. De gandharva-vedamuziek is daartoe zeer geschikt. De muziek kan worden geselecteerd op grond van het versterken of afzwakken van een bepaalde dosha.
Meditatie. Omdat de ayurveda in Nederland ook vanuit de achtergrond van de Maharishi-yoga wordt beoefend, is de transcendente-meditatietechniek een belangrijke behandelingsvorm om de tridosha in evenwicht te brengen.
Andere behandelingen. Naast de hiervoor genoemde behandelingsvormen die specifiek zijn voor de ayurveda-geneeskunde, wordt eveneens gebruikgemaakt van yoga, edelsteentherapie, kleurentherapie, astrologie en homeopathie.