De gevaren van kruidengeneeskunde
Veel mensen verkeren in de veronderstelling dat kruiden ongelimiteerd kunnen worden gebruikt. Het zal duidelijk zijn, dat onoordeelkundig gebruik van sterk werkende geneeskruiden ernstige gevolgen kan hebben. Maar ook de minder sterk werkende middelen moeten met enige kennis van zaken worden gebruikt. Zo is bekend dat na langdurig gebruik van laxantia (ook plantaardige) elektrolytstoornissen en zelfs verlammingsverschijnselen van het colon kunnen optreden. Succus liquiritiae kan oedeem, bradycardie en bloeddrukverhoging teweegbrengen. Het rauwe-aardappelsap met zijn gehalte aan solanine kan atropineachtige verschijnselen oproepen. Het Geneesmiddelenbulletin (1975) concludeert echter, dat ondanks het veelvuldig gebruik van geneeskruiden er nog geen sprake is geweest van het vaak voorkomen van ongewenste of schadelijke gevolgen. Behalve met bijwerkingen moeten we bij kruidengeneeskunde ook rekening houden met interacties. Een overzichtsartikel in Archives of Internal Medicine (Miller 1998) bespreekt bijwerkingen en interacties tussen kruidenmiddelen en reguliere middelen.
De Groot en Van Dijk (1988) wijzen op het gevaar van allergische reacties. Ze bespreken een patiënt met primaire sensibilisatie voor fytotherapeutica. Contactallergologisch onderzoek bij deze patiënt gaf een overgevoeligheid te zien voor vetiver etherische olie en de gemmotherapeutische preparaten Pinus montana 1D en Ribes nigrum 1D.
Weiss geeft in Lehrbuch der Phytotherapie, dat voor medici geschreven is, de volgende toepassingsgebieden aan: ziekten van het spijsverteringskanaal, ziekten van het circulatiesysteem, ziekten van de ademhalingsorganen, griep en verkoudheid, ziekten der urinewegen, reumatische en stofwisselingsziekten, ziekten van het zenuwstelsel, vrouwenziekten, oogaandoeningen, wonden en andere traumata. Voor elk van deze indicatiegebieden geeft hij een aantal kruiden aan, waarvan wetenschappelijk is aangetoond of waarbij de praktijk heeft uitgewezen, dat ze werkzaam zijn bij de desbetreffende indicatie. Indicatiegebieden worden in zijn boek in specifieke indicatiegebieden opgedeeld.