Inleiding van manuele therapie
Geschiedenis van manuele therapie
Filosofie van manuele therapie
Diagnostiek van manuele therapie
Schadelijke effecten en indicaties van manuele therapie
(Bron: Geneeswijzen in Nederland,
Paul van Dijk, arts)
Aangezien de geschiedenis van de manuele therapie/geneeskunde van voor 1876 uitvoerig aan de orde komt in het hoofdstuk over chiropractie, zal hier in het bijzonder worden ingegaan op ontwikkelingen in de twintigste eeuw. Andrew Tayler Still (1828-1917), een arts uit Missouri gespecialiseerd in het beenzetten, publiceerde in 1876 voor het eerst over een nieuwe geneeswijze die hij osteopathie (osteon = bot, pathos = lijden) noemde. Still ging zoeken naar een nieuwe benadering van ziekte, nadat hij had moeten toezien hoe drie van zijn zoons stierven aan meningitis, zonder dat hij daaraan met zijn medische kennis iets had kunnen doen. Still ging uit van de veronderstelling dat elke aandoening het gevolg is van afklemming van een bloedvat in een van de foramina intervertebralia. De eerste school voor osteopathie werd in 1897 gesticht in Kirksville, Missouri. Still kreeg in zijn school assistentie van zijn zoons en van verscheidene artsen. Toen Still op 89-jarige leeftijd stierf, was de osteopathie in alle staten van de Verenigde Staten erkend. Thans is de osteopathie in de Verenigde Staten gelijkgeschakeld met de reguliere geneeskunde.
Er zijn in Amerika 40.000 osteopaten werkzaam. Er zijn ziekenhuizen die louter osteopatisch behandelen. Via Engeland en Frankrijk kwam de osteopathie in de jaren vijftig naar Europa. De osteopathie in Amerika is vooral gericht op het bewegingsapparaat terwijl men zich in Europa richt op alle functionele stoornissen van het lichaam. Palmer beschouwde eveneens de wervelkolom als centrale plaats waar ziekte ontstaat. Hij ging er echter van uit dat elke aandoening het gevolg is van afklemming van een zenuw in een van de foramina intervertebralia. Zowel Still als Palmer stichtte in Amerika een opleidingsinstituut. Van hieruit ontwikkelden de leerlingen nieuwe inzichten en deze verspreidden zich over de hele wereld. In Nederland treffen we beide stromingen aan. De eerste chiropractoren vestigden zich in Nederland in 1969. Osteopathie heeft zich vooral het afgelopen decennium sterk ontwikkeld. Een groot aantal ideeën uit de osteopathie en de chiropractie vindt men terug bij stromingen die zich in ons land onder de volgende namen presenteren:
Manuele therapie, systeem Van der Bijl. De grondlegger van deze stroming is de heer G. van der Bijl Sr. (1909-1977). Hij volgde een opleiding tot heilgymnast-masseur, verdiepte zich daarna in de osteopathie om uiteindelijk tot de conclusie te komen, dat hij het niet eens was met de grondslagen van de osteopathie en de chiropractie. Hij ontwikkelde in een periode van dertig jaar een eigen systeem. Omdat hij de diagnostische criteria van de vertebrale therapieën te subjectief vond, bouwde hij een objectiveerbaar (controleerbaar en herhaalbaar) bijkans mathematisch diagnostisch systeem op. Daarnaast vestigde hij de aandacht op het bewegingspatroon, dat voor ieder individu specifiek is. In 1964 richtte hij in Utrecht de school voor manuele therapie op.
Manuele therapie systeem Sickesz. Deze therapie wordt ook wel aangeduid met orthomanuele geneeskunde (Grieks: ortho = recht/normaal, Latijn, manus = hand). De arts mevrouw Sickesz heeft vanaf 1965 gewerkt aan een diagnostisch en therapeutisch systeem met betrekking tot de wervelkolom, wat zich van de andere systemen onderscheidt. Sickesz leidt op beperkte schaal mensen in haar methodiek op. Dit heeft te maken met de keuze voor een meester-gezel principe van opleiden. Er zijn vijf opleiders die volgens dit principe onderwijs geven.
Manuele geneeskunde systeem Eindhoven. Nadat hij persoonlijk goede resultaten had gezien van de manuele geneeskunde in Nieuw-Zeeland, richtte ir. F. Philips in 1967 de Stichting voor Manuele Geneeskunde op. De stichting kreeg een opleidingsinstituut en een polikliniek tot haar beschikking. Men integreert de meest bruikbare technieken uit de verschillende scholen (osteopathie, chiropractie, Maigne, Cyriax) zonder zich te binden aan een bepaalde stroming.
Orthopedische geneeskunde (Cyriax). Dit systeem is ontwikkeld door de Londense orthopeed en osteopaat James Cyriax en later met vele andere inzichten en technieken tot ontwikkeling gebracht. In 1977 gaf Cyriax de eerste cursus in Nederland op uitnodiging van de fysiotherapeut F.D. Winkel. Dit leidde in 1979 tot de oprichting van de Nederlandse Academie voor Orthopedische Geneeskunde. Het begrip orthopedische geneeskunde moet worden gezien als tegenhanger van orthopedische chirurgie, vergelijkbaar met de relatie neurologie/neurochirurgie of cardiologie/hartchirurgie. Het omvat het onderzoek en de behandeling van aandoeningen van het bewegingsapparaat welke in principe niet voor operatieve therapie in aanmerking komen, dus voornamelijk letsels van de weke delen. Behalve de hier vermelde systemen zijn er nog verschillende andere kleine stromingen op dit gebied te noemen, zoals de methode Gaymans (idiomusculaire mobilisatietechniek), de Zilgrei-methode en de stoottherapie (met zakjes zand worden repeterende stootjes toegediend).