De oorsprong van de Tibetaanse geneeskunde
De Tibetaanse geneeskunde heeft haar oorsprong in de zevende eeuw na Christus. In die tijd werd het boeddhisme met de daaraan verbonden geneeskundige opvattingen vanuit India ingevoerd in Tibet. Men spreekt op grond hiervan ook wel van boeddhistische geneeskunde. De oorspronkelijke bewoners van Tibet beschikten echter voor die tijd al over technieken om ziekte te bestrijden. Dit blijkt onder meer uit oude teksten van de bonpo, de inheemse preboeddhistische godsdienst.
Preboeddhistische geneeskunde
De boeddhistische geneeskunde uit India, welke vooral op ayurvedische opvattingen is gebaseerd, werd geïntegreerd met de preboeddhistische geneeskunde. In die tijd leefde een belangrijk geneesheer: Yutok Yonten Gonpo. Hij nodigde artsen uit Nepal, Perzië en China uit om naar Tibet te komen. Invloeden van deze visites werden opgenomen in het bestaande systeem, en zo ontstond de Tibetaanse geneeskunde.
De vier tantra's van de Tibetaanse geneeskunde
De Tibetaanse geneeskunde is schriftelijk vastgelegd in de vier tantra’s, het standaardwerk dat alle kennis over symptomen, oorzaak en behandeling van ziekten bevat. De vier tantra’s worden toegeschreven aan Boeddha in zijn verschijning als meester der Remedies. In de achttiende eeuw voorzag de arts Sangye Gyatso (1653-1705) de teksten van de vier tantra’s van commentaar. Dit document staat bekend als de Blauwe Aquamarijn. Om de inhoud nog verder te verduidelijken gaf hij opdracht tot een reeks van 79 schilderingen, thangka’s genoemd. Deze schilderingen illustreren alle facetten van de Tibetaanse geneeskunde. In 1950 werd Tibet door China bezet. Vernietiging van de Tibetaanse cultuur dreigde.
De geestelijk en wereldlijk leider van de Tibetanen, de Dalai Lama, vluchtte in 1959 naar India. In het noorden van India (Dharamsala) heeft hij verscheidene instituten opgezet om de verschillende aspecten van de Tibetaanse cultuur te bewaren. Een van deze instituten, Men-Tsee-Khang (voorheen Tibetan Medical and Astrological Institute), bewaart sinds 1962 de Tibetaanse geneeskunde. Hier worden artsen opgeleid (studieduur 7 jaar). Zij verspreiden zich na hun opleiding over India en de rest van de wereld. Tibetaanse geneeskunde vindt men behalve in Tibet in het hele Himalaya-gebied van Ladakh, Nepal, Sikkim en Bhutan. In Nederland is er een stichting ter bevordering van de Tibetaanse geneeskunde en er zij twee behandelcentra voor Tibetaanse geneeskunde.