De vijf elementen van de Tibetaanse geneeskunde
Volgens de Tibetaanse geneeskunde bestaat alle materie, levend of levenloos, uit vijf kosmische elementen: aarde, water, vuur, lucht en ruimte. Deze benamingen geven vanuit onze optiek de werkelijke betekenis niet goed aan. Zo bestaat drinkwater bijvoorbeeld uit alle vijf de elementen.
In het menselijk lichaam worden deze kosmische elementen vertegenwoordigd door drie energieën: de windenergie (rlung) vertegenwoordigt het element lucht, de galenergie (tripa) vertegenwoordigt het element vuur en de slijmenergie (pegen) vertegenwoordigt de elementen aarde en water. Het element ruimte is alomvattend aanwezig. Ook hier geven de termen wind, gal en slijm slechts zeer gebrekkig de Tibetaanse betekenissen weer. Deze drie energieën, die alle lichaamsfuncties regelen, zijn in ieder mens in een vast evenwicht aanwezig. Voor elk individu ligt dit evenwicht echter anders.
Het ontstaan van ziekte of klachten en de Tibetaanse geneeskunde
Ziekte of klachten ontstaan wanneer er een storing optreedt in het evenwicht tussen deze energieën. Rlung is de mobiele energie. Zij is gerelateerd aan alles in het lichaam wat beweegt: ademhaling, bloedsomloop, spieractiviteit maar ook mentale en emotionele activiteiten. Voorbeelden van rlung-ziekten zijn hoofdpijn, hoge bloeddruk, psychische stoornissen. Tripa is de warme energie. Zij regelt de spijsvertering en de productie van lichaamswarmte. Voorbeelden van tripa-ziekten zijn: geelzucht en maagklachten. Pegen is de koude energie die zorgt voor de stabiliteit van het lichaam, de slijmproductie en het lymfesysteem. Pegen-ziekten zijn bijvoorbeeld tuberculose en astma.
De fundamentele gedachte binnen de Tibetaanse geneeskunde
De fundamentele gedachte binnen de Tibetaanse geneeskunde is dat onwetendheid de oorzaak is van al het lijden. Deze onwetendheid leidt tot de drie mentale vergiften: begeerte, haat en kortzichtigheid. In ieder mens zijn deze vergiften aanwezig en in een gezond lichaam zijn ze met elkaar in evenwicht. Een verandering van dit evenwicht kan leiden tot ziekte of klachten. Factoren die een dergelijk evenwicht kunnen verstoren, zijn: voeding, gedrag, psychische problemen en seizoensinvloeden. Ook een slecht karma kan ziekte veroorzaken.
Het betreft meestal ziekten die als ongeneeslijk worden beschouwd, zoals: tumoren, lepra en bepaalde psychosen. Ziekten veroorzaakt door een verstoring door tripa zijn warm, terwijl pegen-ziekten koud zijn. Rlung-ziekten zijn neutraal; zij kunnen afhankelijk van de situatie warm of koud zijn. Ook voedsel, gedrag en medicijnen kunnen warm of koud zijn.
Gedrag dat bijvoorbeeld de lichaamswarmte verhoogt (hardlopen, felle zon) is slecht voor iemand met een tripa-ziekte. Warm voedsel wordt geadviseerd aan iemand met een koude ziekte. Koud voedsel is meestal goed voor mensen met een warme ziekte. De termen koud/warm hebben ook hier weer geen directe relatie met de temperatuur van het voedsel, maar met de kwaliteit ervan. Zo behoren aardappelen (ook al zijn ze gekookt) tot het koude voedsel.
De levensenergie
De Tibetaanse geneeskunde gaat uit van een fijnstoffelijk lichaam, min of meer vergelijkbaar met de term ‘astraallichaam’ of dubbellichaam. Het heeft een geheel eigen maar onzichtbare anatomie. Het fijnstoffelijke lichaam bestaat uit ‘druppels’, ‘kanalen’ en ‘winden’. Vanuit het hartcentrum vormen zich kanalen die door het hele lichaam lopen en waarin de levensenergie circuleert. De belangrijkste zijn het centrale kanaal in het midden van het lichaam en twee kanalen naar rechts en links. Op de plaatsen van dechakra’s wordt het centrale kanaal afgesloten door zijkanalen.