Geneesmiddelen van homeopathie
Schadelijke effecten en indicaties van homeopathie
(Bron: Geneeswijzen in Nederland,
Paul van Dijk, arts)
Voorschriften voor de bereiding van homeopathisch gebruikte middelen vindt men in de homeopathische farmacopee. Een Nederlandse farmacopee voor homeopathie is in het begin van deze eeuw samengesteld. Deze is echter niet wettelijk goedgekeurd en inmiddels sterk verouderd, zodat in Nederland gebruik wordt gemaakt van het Duitse Homeopathisches Arzneibuch. In Duitsland is dit boek wettelijk erkend. Er is ook een Franse en een Amerikaanse homeopathische farmacopee. Opvallend is overigens, dat de bereidingswijzen in de verschillende landen vrij grote verschillen te zien geven. Sinds 1992 bestaat het European Committee for Homeopathy. Deze organisatie van artsen en apothekers streeft naar een internationale homeopathische farmacopee. Als grondstof voor homeopathische geneesmiddelen kunnen dienen: a. planten of plantaardige producten; b. dieren of dierlijke producten; c. delfstoffen; d. chemische verbindingen.
Ad a. Er zijn een duizendtal regelmatig gebruikte homeopathische geneesmiddelen. Ongeveer 800 daarvan zijn plantaardig. Van deze 800 worden er enige tientallen in grote hoeveelheden gebruikt. Voorbeelden zijn: aconitum napellus (monnikskap), bryonia dioica (heggerank) en crataegus oxyacantha (meidoorn). Het verkrijgen van het zeer gevarieerde en soms ook zeer schaarse plantenmateriaal is niet eenvoudig. De planten worden in het wild gezocht of worden, voor zover ze in ons klimaat kunnen groeien, gekweekt. Als regel worden elk jaar verse planten aangevoerd en bewerkt tot geneesmiddelen. Bij binnenkomst van het verse plantenmateriaal wordt het eerst morfologisch onderzocht. Een representatief exemplaar wordt in twijfelgevallen in het herbarium opgenomen voor controlemogelijkheden achteraf. Vervolgens wordt de plantenmassa in een cutter met alcohol gemalen. Gelijktijdig wordt het sapgehalte bepaald, om te berekenen hoe groot de uiteindelijke hoeveelheid toe te dienen alcohol moet zijn. Dit malen met alcohol vindt plaats om enzymatische ontleding zoveel mogelijk te voorkomen.
De mengsels van plantenbrij met alcohol worden veertien dagen gemacereerd en daarna uitgeperst en gefilterd. De plantaardige stof vermengd met alcohol noemt men tinctuur. Het meest oorspronkelijke mengsel noemt men oertinctuur. De tincturen worden, nadat ze zijn goedgekeurd, opgeslagen buiten bereik van zonlicht en sterk ruikende preparaten. Ze moeten bij een vrij constante temperatuur worden bewaard. In een aantal gevallen wordt gedroogd plantaardig materiaal door de farmacopee voorgeschreven. Een voorbeeld is nux vomica, dat uit strychnus semen wordt bereid.
Ad b. Dierlijk materiaal. Bijvoorbeeld apis mellifica (honingbij). Het wordt bewerkt zoals hiervoor beschreven bij plantaardige stoffen.
Ad c, d. Bij delfstoffen en chemische verbindingen maakt men onderscheid tussen oplosbare en onoplosbare stoffen. Van de oplosbare stoffen maakt men diluties in water en alcohol. Onoplosbare stoffen worden verwreven met melksuiker in een verhouding van één deel grondstof met negen delen melksuiker. Het verwrijven geschiedt in verwrijvingsmachines, die bestaan uit een ronddraaiende mortier met daarin excentrisch een stamper geplaatst die met een gewicht is verzwaard. Door de krachten die zo op de grondstof worden uitgeoefend, worden de deeltjes ervan verkleind. Zijn er onder de microscoop geen of vrijwel geen deeltjes groter dan 20 μ waarneembaar, dan heeft men de decimale verwrijving D1 bereikt. Proefondervindelijk zijn de gemiddelde verwrijvingstijden voor de D1-verwrijving voor elke grondstof vastgelegd. Deze liggen tussen één uur en vijftig uur. Door het verwrijven ontstaat een aanzienlijke oppervlaktevergroting. Hierdoor zal een betere resorptie van het geneesmiddel optreden. Het moet echter niet uitgesloten worden geacht, dat ook andere factoren optreden, zoal bijvoorbeeld het ontstaan van vrije radicalen.
De volgende afleveringsvormen zijn mogelijk: diluties (vloeistoffen), trituraties (verwrijvingen), tabletten en globuli (korrels). Laatstgenoemde zijn poreuze suikerkorrels, die gedrenkt zijn in de desbetreffende dilutie, in de verhouding van honderd gewichtsdelen korrels op één gewichtsdeel van de dilutie.